Beschrijving
Lagonda-auto’s hebben altijd de reputatie gehad van moeiteloos snel touren en het eigenaarschap-prácht dat fijn detailwerk en vooraanstaande carrosseriebouw met zich meebrengen. Het 4½-Litre-model behoudt deze eigenschappen, maar overtreft zijn voorgangers ruimschoots dankzij een hoge power-to-weightverhouding. Het onderstel is niet breder dan dat van de drie-liter uitvoering, en er is geen spoor van logheid, zwaar sturen of andere nadelen die je vaak bij een auto met groot vermogen tegenkomt. – Motor Sport, januari 1934.
Na het rijden met deze auto kunnen we alleen maar de lof beamen van de Motor Sport-testrijder. Deze M45 vreet moeiteloos kilometers, met zijn lichte, precieze stuurgedrag, soepele en snelle versnellingsbak en krachtige servo-ondersteunde remmen. Als je uitkijkt over de lange kap, voel je de robuuste, krachtige en moeiteloze kwaliteit van Britse techniek – echt inspirerend.
De 4½-Litre Lagonda was één van de meest geslaagde sportwagens van de jaren ’30, wat een reeks klinkende overwinningen – met als hoogtepunt de zege in Le Mans 1935 – maar bevestigt. Geïntroduceerd op de Olympia Show van 1933 en gebaseerd op het voorgaande ZM 3-Litre-model, zette de M45 met de 4½-liter zescilinder met dubbele bougie van Meadows de toon: de saloons haalden 145 km/ u, tourers zelfs de 160.
Volgens de originele bouwfiche is ‘AUW’ vanaf nieuw uitgerust met Lagonda’s T7 Tourer-carrosserie (traditioneel het meest gewild). Voor het eerst ingeschreven in november 1933 bij London County Council, blijkt uit Lagonda-clubgegevens dat de eerste eigenaar J. Thistlethwaite was, die de auto kocht via de Londense Lagonda-dealer Warwick Wright. In 1938 stond de auto op naam van de Manchester City Police en in de naoorlogse jaren was hij van Jack Meredith Gingell. In de jaren ’60 behoorde hij toe aan Roy Brown van de Veteran Car Club, daarna, in 1968, gekocht via de beroemde handelaar Dan Margulies voor de befaamde Max Lips-collectie in Nederland – zie correspondentie.
‘AUW’ bleef 35 jaar lang in de Lips-collectie tentoonstaan (zie foto’s), keurig gestald maar weinig gereden, totdat de collectie in 2004 geveild werd. Toen werd de auto omschreven als “uitermate origineel in alle belangrijke opzichten”.
‘AUW’ werd op die veiling gekocht door restorer Bob Thredder, die de oorspronkelijke Britse kentekenplaat weer terugbracht en vervolgens een zorgvuldige hercommissioning uitvoerde, voordat hij de auto in 2006 verkocht aan de huidige – inmiddels overleden – eigenaar.
Een gedreven liefhebber van topkwaliteit sportwagens, ‘AUW’ deelde de garage met een Jaguar XK150S en een BMW 3. 0CSL. De vader van de overleden eigenaar had ooit een vrijwel identieke M45 met T7-carrosserie; na jarenlang zoeken zonder resultaat koos hij voor ‘AUW’ als uitzonderlijk correcte bijna-identieke vervanger.
Tijdens zijn bezit is geleidelijk een uitgebreid verbeteringsprogramma uitgevoerd: modern koppelingsconversie, motorrevisie met nieuwe cilinderblok, nieuwe drijfstangen, multibuizen-uitlaatspruitstuk, zuigers met hoge compressie, achterasrevisie, restauratie van de originele Andre Telecontrol-schokdempers, carrosseriewerk, nieuwe brandstoftank, 19" velgen en nog veel meer. Dit werk werd grotendeels verricht door Brian Taylor Restorations, D. Moroney Ltd en LMB.
Tegelijkertijd kreeg de auto een 1930s Alvis-versnellingsbak, vaak toegepast voor een volledig gesynchroniseerde bak die het rijden vergemakkelijkt (de originele Meadows-bak wordt meegeleverd), én een conventioneel rechter gaspedaal in plaats van het middenpedaal, eveneens bedoeld voor meer rijcomfort.
Na afronding van de werkzaamheden werd ‘AUW’ ingezet voor diverse toertochten over het Europese vasteland en lokale ritten, helaas later beperkt door de gezondheid van de eigenaar.
‘AUW’ biedt de nieuwe eigenaar de kans om één van de snelste en meest begeerde Britse sportwagens van vóór de oorlog te bezitten – de Lagonda M45 met de gewilde T7-carrosserie, perfect geschikt voor pre-war rally’s of ontspannen continentale toertochten.












